Op 12 november was ons consortium te gast bij het Athena Instituut op de VU in Amsterdam. De bijeenkomst had als thema ‘coöperatie en competitie’ en diverse PhD’s presenteerden hun eerste bevindingen. Daarnaast hadden we een panelgesprek over de living labs en PhD-kandidaat Camilla Bodewes verzorgde een workshop over de vraag ‘Wie is de consument?’
Kristiaan Kok (Athena Instituut) en Niels Anten (WUR) openden de dag rondom het thema ‘coöperatie en competitie’. Wie heeft het voor het zeggen in ons voedselsysteem? Welke vormen van macht bestaan er eigenlijk? Wie heeft er invloed, direct of indirect, en met wie werk je samen om het systeem te veranderen? Kristiaan nam ons mee in verschillende vormen van macht. Wie kan beslissen heeft macht. Denk aan de minister van landbouw. Maar wie de (politieke) agenda kan bepalen, heeft ook macht. Denk aan lobbisten of protesten. Een subtielere vorm van macht is de ander laten denken dat hij/zij een bepaalde keuze zelf maakt. Denk aan supermarkten die bepalen welke selectie van producten we krijgen voorgeschoteld en reclame.
Duidelijk werd ook dat bestaande machtsstructuren het huidige systeem in stand houden. Een bepaalde vorm van competitie is dus nodig om tegen het huidige systeem in te gaan. Om dit te kunnen bereiken, moeten verschillende actoren samenwerken. Dit kan zijn samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke disciplines (zoals in CropMix), maar ook de samenwerking tussen overheid en samenleving, tussen ketenpartijen, tussen boeren, tussen gewassen, enzovoort.
Niels Anten borduurde voort op het idee dat landbouw zowel om competitie als coöperatie gaat. Landbouw is een vorm is van samenwerkende boeren die samenwerken met samenwerkende planten en dieren. Hij liet ons zien dat ook sommige niet-mensen aan landbouw doen, zoals mieren die schimmels verbouwen. Ook hier speelt macht een rol. Een waard (mier) verzorgt een symbiont (de schimmel) om er zelf van te profiteren. Vervolgens verandert de manier waarop de waard omgaat met de symbiont ook de genetische eigenschappen van de symbiont. De waard selecteert schimmels met bepaalde eigenschappen. Dit doen mensen ook, bijvoorbeeld bij het veredelen van gewassen.
Tijdens de discussie werd duidelijk dat macht ook speelt in CropMix. Hebben we de macht om iets te agenderen? Of hebben we nog andere samenwerkingspartners nodig? Concurreren we misschien met andere onderzoeksprogramma’s (om financiering) of concurreren onderzoekers onderling met elkaar? Een interessante discussie die ongetwijfeld nog verder gevoerd zal worden.
Vervolgens was er een panelgesprek onder leiding van Anne Loeber (Athena). Vier panelleden gingen met elkaar in gesprek over hun ervaringen in onze living labs. Helma Verberkt (Artemis) vertegenwoordigde het living lab natuurlijke plaagbestrijding, Carla Overgaauw (RVO) schoof aan om het te hebben over administratieve belemmeringen voor strokenteelt, Maria van Boxtel (Land & Co) nam plaats als vertegenwoordiger van het living lab over de adviesrol van erfbetreders en tot slot schoof Marius Monen (Avans) aan als vertegenwoordiger van het living lab over machinerie.
Alle vier noemden zij de waarde van het samenbrengen van mensen met verschillende expertises in hun living lab. Daarnaast werd duidelijk dat de living labs ook concrete zaken opleveren, zoals studentenprojecten over beregeningsinstallaties voor strokenteelt, een nationale agenda biocontrol, artikelen in de vakbladen over strokenteelt en acties binnen RVO om de obstakels voor strokentelers te agenderen en proberen op te lossen.
We vervolgden de ochtend met vier pitches van PhD-kandidaten over hun eerste resultaten over uiteenlopende onderwerpen. Rik Waenink vertelde over metingen in het CropMix+ netwerk waar ze het effect van strokenteelt op opbrengst, plaagonderdrukking en biodiversiteit hebben gemeten. Chiara Boeri gaf een inkijkje in de resultaten van haar systematische literatuurreview over de fases die boeren doorlopen in het adopteren van innovaties. Lisa Marijke van den Berg vertelde over haar observaties uit interviews met boeren over hun behoeftes aan machinerie bij strokenteelt en tot slot vertelde Frank Harris over zijn experiment met insectenfrass (poep en restmateriaal) als meststof en hoe dit de stikstofopname in de grond beïnvloedt.
Na de lunch doken we in het perspectief van de consument met een workshop door PhD-kandidaat Camilla Bodewes. Wie is de consument, wat drijft hen en hebben zij een verantwoordelijkheid in de voedseltransitie? Prikkelende vragen waar levendig over werd gediscussieerd.
We sloten af met nog een drietal pitches. Erik Poelman presenteerde het werk van Gabriele Bolletta, die helaas afwezig was, over natuurlijke plaagbestrijding en de effecten van strokenteelt. Thijmen van Loon presenteerde zijn model dat kan helpen om de biodiversiteit in een regio te optimaliseren door data van verschillende boerderijen aan elkaar te koppelen. Yvonne Florissen sloot af met een presentatie over het citizen science project MoestuinMix en de eerste resultaten daarvan.
Dank allemaal voor wederom een interessante en prikkelende bijeenkomst en in het bijzonder veel dank aan het team bij Athena voor de organisatie!