Direct naar
Lees het interview met Ans Hobbelink, Erik Poelman en Dirk van Apeldoorn over de meerwaarde van MoestuinMix.
Hoe kunnen we in Nederland op een duurzame manier voedsel produceren in de toekomst? Die vraag staat centraal in CropMix, ons vijfjarige onderzoeksprogramma waarin meer dan 70 wetenschappers en 25 akkerbouwers samenwerken. Centraal staat gewasdiversiteit: het combineren van verschillende gewassen op één akker, bijvoorbeeld door strokenteelt. Dit bevordert de biodiversiteit op de akkers en kan ons helpen minder afhankelijk te worden van pesticiden.
Wat is het beste gewaspaar?
Een veelgehoorde vraag van akkerbouwers die strokenteelt of andere vormen van mengteelt overwegen is: welke gewassen gaan goed samen? Om daarachter te komen schakelen we graag de hulp in van ervaren en onervaren moestuiniers om verschillende combinaties te testen in hun eigen moestuin.
Ongeveer 800 deelnemers hebben zich aangemeld voor het experiment. Achter de schermen werken we hard aan het analyseren van de eerste resultaten.
Zie ook de veelgestelde vragen onderaan deze pagina.
Slakkeninvasie en eerste resultaten
Het zal niemand ontgaan zijn, dit jaar was er een ware slakkeninvasie. Door het natte weer hebben veel moestuinders last van de slijmerige kruipers die hun (jonge) plantjes opvreten. Bij de moestuinders waarvan de tuinbonen de slakkenplaag hadden weerstaan, diende de volgende plaag zich alweer aan: bladluizen. Gelukkig trokken de luizen ook natuurlijke vijanden aan, zoals lieveheersbeestjes, zoals op onderstaande foto die we van een deelnemer ontvingen.
Veel deelnemers hebben ondanks het moeizame jaar toch mee kunnen doen aan het experiment en gewascombinaties kunnen testen. Achter de schermen werken we momenteel hard aan het analyseren van de eerste resultaten.
Foto: Tuinbonenplant met zwarte bladluizen en lieveheersbeestjes van een deelnemer uit Arnhem.
Achtergrond
De transitie en gewasdiversiteit
In Nederland hebben we een heel efficiënt voedselproductiesysteem, maar dit systeem loopt tegen haar grenzen aan. Het huidige systeem, voornamelijk gebaseerd op grote velden met één gewas (monocultuur), heeft ons grote voordelen opgeleverd op het gebied van productie van voedsel, maar veel mensen worden zich steeds meer bewust van de negatieve impact van dit landbouwsysteem op de natuur. Het zorgt voor verlies van biodiversiteit en heeft ons afhankelijk gemaakt van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, die schadelijk kunnen zijn voor zowel mensen als de natuur. Bovendien krijgen telers vaak lage prijzen voor hun producten en staat hun beloning vaak niet in verhouding tot hun werk.
De transitie en gewasdiversiteit
Om de transitie naar een duurzamere, op ecologie gebaseerde landbouw, slaan zo’n 70 wetenschappers uit verschillende vakgebieden, 25 akkerbouwbedrijven en ruim 30 ketenpartners en belangenorganisaties de handen ineen. In CropMix bestuderen we akkerbouwsystemen waarin gewasdiversiteit centraal staat, zoals strokenteelt, waarbij strookjes van verschillende gewassen naast elkaar groeien. Dit bevordert de biodiversiteit op de akkers en kan ons helpen minder afhankelijk te worden van kunstmest en pesticiden. Dit komt bijvoorbeeld doordat het ene gewas de natuurlijke vijand van de plaag van het andere gewas aantrekt en ziektes zich minder snel verspreiden door een veld.
Maar hoe werkt zo’n gewasdivers systeem en welke voor- en nadelen heeft het? Dat onderzoeken we de komende vijf jaar met ecologen, landbouwkundigen, economen en sociale wetenschappers. Ze onderzoeken ecologische processen op de akkers, maar kijken ook naar de logistiek en verdienmodellen, en ze bestuderen de rollen van verschillende partners in de voedselketen, waaronder ook consumenten.
Wat is het beste gewaspaar?
Een veelgehoorde vraag van telers die strokenteelt of andere vormen van mengteelt overwegen is: welke gewassen gaan goed samen? Het beantwoorden van die vraag vereist het testen van heel veel combinaties, maar we hebben niet genoeg tijd en ruimte om alle interessante combinaties te testen op de proefvelden van de universiteit. Bovendien kunnen we onze deelnemende telers niet voorschrijven wat ze moeten verbouwen.
Gelukkig zijn er in Nederland zijn er veel mensen met een moestuin en waardevolle ervaring en die ons kunnen helpen. In een moestuin groeien vrijwel altijd verschillende gewassen naast en door elkaar, waardoor ze bij uitstek geschikt zijn om verschillende gewascombinaties te testen. Daarom vragen wij moestuiniers door heel Nederland ons te helpen om gewascombinaties te testen en akkerbouwers op weg te helpen. Met dit citizen science project, oftewel burgerwetenschap, verzamelen we in korte tijd veel waardevolle data uit verschillende omgevingen, zoals bodemtype en landschap.
Het experiment
De deelnemers van MoestuinMix testen verschillende gewascombinaties testen met tuinbonen. De eerste combinatie is tuinboon en pompoen. De tweede combinatie bestaat uit tuinboon en een gewas naar eigen keuze. Ons doel is erachter te komen welke combinaties de teelt van tuinbonen bevorderen en welke processen daarvoor zorgen, zoals groei en weerbaarheid.
Waarom tuinbonen en pompoen?
- Tuinbonen zijn een vroeg gewas en groot gedeelte van het seizoen staat de tuinboon in zijn eentje in de tuin. Als we de zaaidichtheid aanpassen en ruimte maken om straks ook pompoen te kunnen zaaien krijgt elke tuinbonenplant meer licht. De tuinboon heeft minder concurrentie van zijn soortgenoten. Voor de pompoen geldt juist dat die pas laat geplant of gezaaid wordt en in het begin nog maar heel weinig ruimte in neemt. Als de tuinbonen geoogst zijn, kan de pompoen de ruimte innemen van de tuinenbonen. In de wetenschap noemen we dit ‘temporele niche differentiatie’ en dit lijkt het grootse voordeel te hebben in gebieden met een gematigd klimaat.
- Tuinbonen zijn zogenoemde stikstofbinders door een samenwerking met bodembacteriën. Deze bacteriën leveren de tuinboon stikstof in ruil voor suikers van de tuinboon. Als de tuinboon afsterft, blijven de planten en wortelresten van de bacteriën achter en geven zo de vastgelegde stikstof door aan het volgende gewas, in dit geval de pompoen. Ook stimuleren tuinbonen gunstige bodemschimmels waarvan de pompoen ook weer kan profiteren.
- Pompoen en tuinboon zijn beide interessant voor bestuivende insecten. Door ze bij elkaar te telen kunnen de bestuivers over een langere periode van dezelfde plek gebruik maken dit scheelt zoektijd.
- Pompoen en tuinboon kunnen beide last hebben van luizen. In gezonde ecosystemen zullen op de luizen ook natuurlijk bestrijders afkomen. Als de pompoen geplant wordt staat er al een legertje van natuurlijke bestrijders klaar om ook de pompoen te beschermen.
Niveaus van deelname
Deelnemers kunnen kiezen uit drie niveaus om aan mee te doen. De basis is het meten van de opbrengst van de tuinbonen door het tellen van de peulen en de bonen (niveau 1). Wie ook benieuwd is naar plagen kan daarnaast kijken naar de aanwezigheid van bladluizen en natuurlijke vijanden die op de planten zitten (niveau 2). Bij niveau 3 bekijk je daarnaast ook bestuivende insecten.
Moestuiniers: producent én consument
Het voedselsysteem bestaat uit producenten en consumenten. Vroeger produceerden veel mensen hun eigen voedsel, maar tegenwoordig is de afstand tussen producent en consument vaak groot. De tussenkomst van bijvoorbeeld supermarkten maakt de voedselketen minder doorzichtig. Veel mensen weten niet precies waar hun eten vandaan komt.
Moestuiniers die hun eigen gewassen telen en opeten, zijn in feite zowel producent als consument. Door deze dubbele rol bezitten moestuiniers relevante kennis die kan helpen om een transitie naar een duurzaam voedselsysteem te bevorderen.
Wil je je kennis delen?
Vanuit het Athena Instituut, verbonden aan de VU in Amsterdam, doet een van onze promovendi onderzoek naar de kennis van moestuiniers als producent en consument van voedsel. Hierover gaat zij graag met moestuinders in gesprek. Wil je je kennis en ervaringen delen? Meld je vrijblijvend aan voor een interview in je eigen tuin via dit formulier of help haar met haar onderzoek door deze vragenlijst in te vullen.
Meer weten? Lees meer via onderstaande knop.
MoestuinMix is een burgerwetenschapsproject waarin moestuiniers experimenteren met verschillende gewascombinaties.
In samenwerking met
Over AVVN
Sinds 1928 wroeten we met onze handen in de aarde en komen we op voor de belangen van volkstuinders. De letters AVVN staan voor Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland. Inmiddels heten we AVVN samen natuurlijk tuinieren. Waarom? Onze familie is in al die jaren flink gegroeid. Vandaag de dag helpen we iedereen met een groen hart met natuurlijk tuinieren. Of dat nou in de achtertuin, een buurttuin of in een volkstuin is. Wij delen onze groenkennis en maken samen tuinieren nog makkelijker én leuker.
Meer informatie
Wil je meer weten of heb je vragen? Neem contact met ons op via moestuinmix@wur.nl.
Over MoestuinMix
MoestuinMix is onderdeel van CropMix. Een vijfjarig onderzoeksprogramma naar op ecologie gebaseerde landbouw. Het CropMix-consortium bestaat uit een groot aantal partners en onderzoeksinstellingen.
Wageningen University & Research coördineert CropMix en de experimenten in MoestuinMix.
Voor nieuws en updates, volg CropMix op LinkedIn
Veelgestelde vragen
Mijn experiment is mislukt/Ik kon geen bonen oogsten. Wat moet ik doen?
Ook als je geen tuinbonen kon oogsten, bijvoorbeeld door slakkenvraat, horen we dat graag. Dit kan via antwoordformulier 6. Het antwoordformulier is aangepast, zodat je alleen de benodigde vragen hoeft in te vullen als je niet kon oogsten.
Hoe geef ik mijn resultaten door?
De online antwoordformulieren vind je op www.cropmix.nl/moestuinmix/resultaten. Je mag je resultaten ook op papier naar ons sturen. Het adres vind je ook op bovenstaande website.
Wat gebeurt er na mijn aanmelding?
Na je inschrijving ontvang je van ons een welkomspakket met de instructies voor het experiment en biologische zaden voor de tuinbonen en pompoen. Zodra je pakket is verzonden, ontvang je een mailtje.
Wanneer start het experiment?
Het experiment loopt in het groeiseizoen van 2024 en start zodra je de tuinbonen zaait. Zaaien kan vanaf half februari, maar wanneer je dit doet, mag je zelf bepalen.
Welke gewassen ga ik testen?
Elke deelnemer test de combinatie tuinboon-pompoen én een combinatie met tuinboon en een gewas naar eigen keuze. Hierin ben je volledig vrij, dus je moet zelf in de zaden voorzien. Je rapporteert aan ons welk gewas je hebt gekozen.
Wat moet ik meten?
Je meet de opbrengst van de tuinbonen door het aantal peulen en bonen te tellen (niveau 1). Als je meer wilt doen, kun je ervoor kiezen om daarnaast ook luizen en natuurlijke vijanden te observeren (niveau 2). Wil je nog meer doen? Tel dan ook nog bestuivende insecten (niveau 3).
Belangrijk is om te noteren op welke datum je gezaaid en geoogst hebt en welke bewerkingen je hebt gedaan, zoals bemesten of onkruid wieden.
Verder geef je diverse achtergrondgegevens aan ons door, zoals de grondsoort van je tuin, welke gewassen er nog meer staan en hoe de omgeving van de tuin eruit ziet. Dit kan namelijk invloed hebben op je resultaten.
Mijn bonenplantjes worden/zijn opgegeten door dieren. Kan ik nieuwe zaden krijgen?
Het kan gebeuren dat slakken, vogels of andere dieren de jonge bonenplantjes opeten. Mocht u nieuwe zaden willen ontvangen om een tweede poging te doen, dan kunt u een mailtje sturen naar moestuinmix@wur.nl.
Noteer op uw antwoordformulier dat u extra zaden heeft gebruikt.
Ik heb me aangemeld maar geen post ontvangen. Wat moet ik doen?
Als u geen welkomspakket heeft ontvangen, kunt u een mailtje sturen naar moestuinmix@wur.nl met het correcte adres. Wij sturen u dan (nogmaals) een pakket.
Mag ik luizen bestrijden?
Je kunt luizen bestrijden op je tuinbonen. Als je mee wilt doen aan niveau 2 (tellen van luizen en natuurlijke vijanden), zorg dan dat je de luizen en natuurlijke vijanden telt vóórdat je gaat bestrijden. Noteer de datum van de bestrijding en hoe je hebt bestreden op je antwoordformulier.
Kan ik de tuinbonen toppen?
Sommige moestuinders kiezen ervoor om de toppen uit hun tuinboonplanten te knippen om bladluizen te bestrijden/te voorkomen. Dit kun je gewoon doen, maar we zien dit wel als bestrijding van de bladluizen. Wil je meedoen aan niveau 2 (tellen van luizen en natuurlijke vijanden)? Doe dit dan vóórdat je de tuinbonen topt.
Waarom kiezen jullie voor de combinatie tuinboon-pompoen?
- Tuinbonen zijn een vroeg gewas en groot gedeelte van het seizoen staat de tuinboon in zijn eentje in de tuin. Als we de zaaidichtheid aanpassen en ruimte maken om straks ook pompoen te kunnen zaaien krijgt elke tuinbonenplant meer licht. De tuinboon heeft minder concurrentie van zijn soortgenoten. Voor de pompoen geldt juist dat die pas laat geplant of gezaaid wordt en in het begin nog maar heel weinig ruimte in neemt. Als de tuinbonen geoogst zijn, kan de pompoen mooi de ruimte innemen van de tuinenbonen. Bij enkele teelt zou je één bed met tuinbonen hebben en één bed met pompoenen. Door ze in hetzelfde bed te zaaien, kan je twee bedden gebruiken en ook nog eens meer oogsten per plant. In de wetenschap noemen we dit ‘temporele niche differentiatie’ en dit lijkt het grootse voordeel te hebben in gebieden met een gematigd klimaat.
- Tuinbonen zijn zogenoemde stikstofbinders door een samenwerking met bodembacteriën. Deze bacteriën leveren de tuinboon stikstof in ruil voor suikers van de tuinboon. Als de tuinboon afsterft, blijven de planten en wortelresten van de bacteriën achter en geven zo de vastgelegde stikstof door aan het volgende gewas, in dit geval de pompoen. Ook is tuinboon heel goed voor het bodemleven. Ze stimuleren gunstige bodemschimmels waarvan de pompoen ook weer kan profiteren. Laat de wortels van de tuinboon en eventueel ook de stengels zitten!
- Pompoen en tuinboon zijn beide interessant voor bestuivende insecten. Door ze bij elkaar te telen kunnen de bestuivers over een langere periode van dezelfde plek gebruik maken dit scheelt zoektijd.
- Pompoen en tuinboon kunnen beide last hebben van luizen. In gezonde ecosystemen zullen op de luizen ook natuurlijk bestrijders afkomen. Als de pompoen geplant wordt staat er al een legertje van natuurlijke bestrijders klaar om ook de pompoen te beschermen.
Dit zijn allemaal voordelen die mogelijk kunnen optreden. Of het ook echt in de praktijk gebeurt is natuurlijk de vraag die we graag met jullie hulp willen gaan beantwoorden.
Wat krijg ik ervoor terug?
Naast dat deelnemen aan het experiment natuurlijk leuk is, krijg je ook inzicht in hoe je tuin het doet. Je ontvangt tussentijdse resultaten en interessante weetjes over gewassen, plagen en biodiversiteit. Daarnaast delen we leuke tips over tuinbonen. Ook niet onbelangrijk: met je deelname lever je een bijdrage aan kennis over duurzame landbouw en help je akkerbouwers in de toekomst met het vergroten van de biodiversiteit op hun akkers.
Wat zijn de verschillende niveaus van deelname?
Je kunt zelf kiezen hoeveel je wilt meten in je tuin.
Er zijn drie niveaus van deelname.
- Meet de opbrengst van je de tuinbonen door peulen en bonen te tellen.
- Meet naast de opbrengst (1) ook de plaagdruk in de vorm van bladluizen op je tuinbonen en de aanwezigheid van natuurlijke vijanden.
- Meet naast opbrengst (1) en plagen en natuurlijke vijanden (2) ook biodiversiteit door bestuivende insecten te observeren.
Wat is de rol van AVVN?
AVVN samen natuurlijk tuinieren is partner in het consortium van CropMix. We werken samen in het opzetten van MoestuinMix, dat gericht is op moestuiniers.
Moet ik lid zijn van AVVN om mee te doen?
Je hoeft niet lid te zijn van AVVN. Iedereen met minimaal 4 m2 moestuin kan meedoen!
Wie zit er achter MoestuinMix?
Onderzoekers van Wageningen University & Research coördineren CropMix, een vijfjarig onderzoeksprogramma, en de experimenten in MoestuinMix. Hierbij werken we samen met AVVN samen natuurlijk tuinieren.
Wat is het doel van het onderzoek?
Ons doel is om meer kennis op te doen over gewasdiversiteit en hoe dit in de praktijk werkt in een moestuin of op een akker. We zoeken specifiek naar gewascombinaties die de teelt bevorderen en de processen die hiervoor zorgen. Deze kennis zou van belang kunnen zijn voor akkerbouwers die aan de slag willen met gewasdiveristeit op hun akkers.
Waarom vragen jullie hulp aan moestuiniers?
Een moestuin is bij uitstek een plek waar de gewasdiversiteit hoog is, maar ook de verschillen tussen tuinen zijn groot. Bijvoorbeeld in de grondsoort, soort omgeving en welke gewassen er geteeld worden. Dat levert interessante data op.
Moestuiniers hebben bovendien vaak veel waardevolle kennis van het combineren van gewassen. Die kennis halen we graag op om te zien welke inzichten van nut kunnen zijn voor akkerbouwers.
Wat gebeurt er met mijn data?
Onderzoekers van CropMix zullen de verzamelde gegevens analyseren om conclusies te kunnen trekken over welke gewascombinaties goed werken, bijvoorbeeld voor een grotere opbrengst, minder plagen en meer biodiversiteit. Waar mogelijk gebruiken we de data voor wetenschappelijke publicaties om de resultaten verder te delen met andere onderzoekers en uiteindelijk met akkerbouwers.
We verwerken de resultaten uit je tuin anoniem en vertrouwelijk. Je deelname aan MoestuinMix is vrijwillig en je kunt je op elk moment terugtrekken zonder opgave van reden.
Zijn de zaden biologisch?
Ja, de zaden die wij verstrekken (tuinboon en pompoen) zijn biologisch gecertificeerd.
Moet ik biologisch tuinieren om mee te kunnen doen?
Biologisch tuinieren is niet noodzakelijk. Je kunt de tuin beheren zoals je normaal gesproken zou doen. Je geeft aan ons door wat je hebt gedaan aan bijvoorbeeld onkruidbestrijding en bemesting.
Ik wil niet meer meedoen. Wat moet ik doen?
Je kunt je deelname altijd intrekken. Stuur ons een mailtje via moestuinmix@wur.nl om je af te melden. Je hoeft geen reden te geven.
Staat je vraag er niet tussen? Je kunt ons mailen via moestuinmix@wur.nl.
MoestuinMix is een samenwerking tussen CropMix en AVVN samen natuurlijk tuinieren.