Living labs

Binnen de Living Labs werken we binnen het CropMix-consortium collectief aan de bredere vraag hoe we duurzaamheid en akkerbouw meer met elkaar kunnen verenigen. Dit doen we in samenwerking met agrariërs, praktijkpartners en onderzoekers. De Living Labs kunnen dus gezien worden als een co-creatieplatform, waar de vragen aan bod komen die leven in de praktijk en die de individuele onderzoekers niet alleen op kunnen lossen.

Wat zijn living labs?

De Living Labs zijn levende proeftuinen waarin we gezamenlijk experimenteren. Afhankelijk van het type vraag dat het probeert te beantwoorden, kan een Living Lab een fysieke plaats, een netwerk of een samenwerkingsverband zijn. Agrariërs, praktijkpartners en onderzoekers werken binnen een Living Lab activiteit, met ondersteuning van transitie-onderzoekers van HAS Green Academy, samen aan een maatschappelijk probleem om deze praktisch en doeltreffend op te lossen. Meerdere van dit soort activiteiten naast elkaar dragen uiteindelijk bij aan de ontwikkeling van een of meerdere transitiepaden om duurzaamheid en akkerbouw meer te verenigen.

Tijdens onze consortiumbijeenkomst op 23 november bij HAS Green Academy verschenen de contouren van diverse living labs, waarin partners gaan samenwerken.

Het ontwerpen van de Living Labs

Ons eerste jaar heeft in het teken gestaan van het ontwerp van de Living Labs. Wat willen we eigenlijk bereiken? Oftewel, wat is de ambitie van de Living Labs? Spoiler: De transitie naar een duurzamer landbouwsysteem vereenvoudigen door de adoptie van gemengde teeltsystemen eenvoudiger te maken.

Alleen is een ambitie niet genoeg om ook daadwerkelijk tot een toename in gemengde teeltsystemen te komen. We moeten ook stappen zetten om daar te komen. Maar welke dan? Dit hebben we in een serie gesprekken met iedere agrariër en iedere praktijkpartner proberen te achterhalen. Het heeft geleid tot een twintigtal onderwerpen waar meer aandacht voor moet komen.

Deze eerste twintig onderwerpen dienen als de basis voor de eerste Living Lab-activiteiten. Het doel van zo’n activiteit is om in een samenwerkingsverband tussen relevante deelnemers van het CropMix-consortium het onderwerp aan te grijpen, een oplossingsrichting te identificeren en om door middel van een experiment gezamenlijk te achterhalen wat wel werkt en wat niet werkt.

Tegelijkertijd staan deze activiteiten niet los van elkaar. Iedere Living Lab-activiteit kan namelijk andere activiteiten, onderzoeksprojecten of direct het landbouwsysteem beïnvloeden. Samen kunnen Living Lab-activiteiten richting geven en de contouren van een transitiepad zichtbaar maken, zeker als activiteiten voortborduren op elkaar.

De eerste Living Lab-activiteiten 

Op 23 november 2023 vond de officiële kick-off van de Living Labs plaats. Samen met het consortium hebben we de twintig onderwerpen besproken, daar concrete activiteiten bij ontworpen en hebben consortiumpartners zich uitgesproken om onderdeel uit te maken van de verschillende teams die deze activiteiten zullen waarmaken. Per onderwerp zijn we met elkaar in gesprek gegaan rondom de vraag, welke activiteiten kunnen we ondernemen om de uitdaging weg te nemen?

Bij negen onderwerpen zijn hier direct concrete activiteiten uit ontstaan. Met deze negen concrete activiteiten gaan we in 2024 aan de slag. De resterende onderwerpen, en nieuwe onderwerpen die op zullen komen in de Living Labs, behandelen we op een later moment.

In willekeurige volgorde de zijn de negen Living Lab-activiteiten:

1) CropMix en de horeca

We onderzoeken mogelijke korte ketensamenwerkingen. Strokentelers realiseren vaak minder productievolume per gewas, waardoor afzet wat lastiger is. Cateringbedrijven aan de andere kant hebben vaker behoefte aan wat kleinere volumes, idealiter lokaal geproduceerd. Hoe zou het zijn als beide partijen elkaar weten te vinden? Het doel is om een pilot op te zetten in een regio.

2) Publieke beloningen voor gemengde teelt

Overheden moeten de uitdagingen van het landelijk gebied, zoals stikstof en biodiversiteit, het hoofd bieden. Agrariërs, en dan specifiek duurzame agrariërs, kunnen hier een bijdrage aan leveren. In dit project onderzoeken we de doelen die overheden hebben, de effecten die gemengde teeltsystemen op deze doelen hebben en welke beloningen hier tegenover kunnen staan.

3) Adviesrol erfbetreders

Adviseurs die bij akkerbouwers over de vloer komen, geven niet zomaar het advies om over te stappen op gemengde teeltsystemen. Ze moeten het hele verhaal kennen, de voor- en nadelen. Dit project draait om de ontwikkeling van een factsheet over strokenteelt. Het doel is om in één overzicht het eerlijke verhaal van het teeltsysteem helder te krijgen.

4) Pixel farming in volkstuinen

Er is nog veel onduidelijk over verschillende gewascombinaties. Ondertussen hebben we het citizen science project MoestuinMix opgezet, waarin moestuiniers verschillende gewascombinaties testen en rapporteren over de effecten. Dit project gaan we steviger aanpakken om meer over pixel farming te leren. Een belangrijke vraag is hoe je borgt dat je als CropMix én als individuele moestuinier waardevolle lessen trekt uit het project.

5) RVO-administratie

Eén nadeel van gemengde teeltsystemen ten opzichte van gangbare akkerbouw is de extra administratieve handelingen die het met zich meebrengt. Je moet veel meer percelen intekenen. RVO kijkt naar haar eigen instrumenten en of deze nog wel logisch zijn. Samen met RVO en akkerbouwers onderzoeken we waar knelpunten zitten en hoe we deze op kunnen lossen om de administratieve last te verlichten.

6) Wat is de residu-drempel?

Wanneer drift optreedt bij toediening van gewasbeschermingsmiddelen in strokenteelt, is de kans groot dat het middel terecht komt op een gewas waarop dat niet toegestaan is. Momenteel mag de hele oogst dan niet verkocht worden. In dit project willen we met de NVWA en het CTGB rond de tafel om, wetenschappelijk onderbouwd, te onderzoeken of een nieuwe innovatieve residuendrempel mogelijk is.

7) Machinerie

Hoe ziet de machinerie eruit die over tien jaar nodig is binnen gemengde teeltsystemen? Die vraag staat in dit project centraal. Allereerst beginnen we met beregening. Met de gecombineerde expertise van akkerbouwers en creativiteit van studenten van mbo- en hbo-instellingen, is het doel om tot innovatieve oplossingsrichtingen te komen die ontwikkelaars van de technologieën richting kunnen bieden.

De sluit aan bij PhD-onderzoek over technologische gereedheid.

8) Natuurlijke bestrijding

Plagen kunnen op meerdere manieren tegengegaan worden. Een van de opties die in glastuinbouw vaak gebruikt wordt is het inzetten van natuurlijke bestrijding. Het doel van dit project is uit te dragen aan eenieder die het wil weten, maar bovenal akkerbouwers en onderzoekers, dat natuurlijke bestrijding ook in velden gemengde teeltsystemen werkt. Dit doen we door kennis naar akkerbouwers te brengen met een kennisnetwerk. Hiervoor vormt PhD-onderzoek binnen CropMix de basis.

9) Middelengebruik en het bouwplan

Soms gebruik je gewasbeschermingsmiddelen die heel goed werken op gewas A, terwijl ze niet toegestaan zijn op gewas B. Het is dan niet handig als je als strokenteler een bouwplan hebt waarin deze twee gewassen naast elkaar staan. In dit project gaan we met studenten aan de slag om te achterhalen welke gewas-middel-combinaties niet mogelijk zijn en hoe deze inventarisatie te vertalen is in een bouwplan.

CropMix wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

Logo NWO

Privacyverklaring