Gemengde teeltsystemen brengen een belofte met zich mee: duurzamere akkerbouw. Achterhalen of die belofte feitelijk klopt, is een belangrijk aspect van CropMix. Maar we doen meer. We werken ook aan de versnelling van de transitie van de Nederlandse akkerbouw. Juist door een alternatief te bieden. Met de Living Labs van CropMix achterhalen we de uitdagingen die boeren en andere partijen in het voedselsysteem ervaren met gemengde teeltsystemen. Vervolgens lossen we ze op door activiteiten te organiseren. Iedere activiteit draait om een van deze uitdagingen. Er vormt zich dan een groep enthousiaste en geïnteresseerde partijen, die samen tot antwoorden komen. Hoe? Door het gewoon te doen.
Van monocultuur naar strokenteelt?
Een van de grootste vragen die ontstaan is, is waarom een boer überhaupt zou overstappen op het gebruik van gemengde teeltsystemen, zoals strokenteelt. Vaak kiest een boer ervoor het anders te gaan doen op advies van een teeltadviseur. Momenteel adviseren veel adviseurs nog niet om deze overstap te maken. Veel adviseurs zijn namelijk niet bekend met zowel de voordelen als de nadelen van strokenteelt. Ze kennen de feiten niet. Daarnaast werken adviseurs vaak vraag gestuurd en vragen momenteel weinig boeren advies over strokenteelt. Als we het gemakkelijker willen maken voor boeren om de overstap naar strokenteelt te maken, moeten we adviseurs bekender maken met het teeltsysteem en hen er ook pro-actief advies over laten geven.
Binnen de Living Lab activiteit over de adviesrol van erfbetreders werken we hier op twee manieren aan. Allereerst proberen we de vraag naar advies over strokenteelt onder monocultuur boeren toe te doen nemen. Om dit te doen zoeken we de samenwerking met vakbladen. Bij het CropMix- consortium zitten veel boeren die strokenteelt tot een succesverhaal maken. Met deze succesverhalen kunnen we de voor- en nadelen van gemengde teeltsystemen goed uitlichten.
Daarnaast werken we aan behapbare informatieve documenten die de vragen beantwoorden die boeren specifiek aan adviseurs stellen. Zowel door onderzoekers als in andere Living Lab activiteiten werken we aan deze vragen. Zodra nieuwe kennis beschikbaar is, werken we deze uit in hapklare factsheets die adviseurs snel en gemakkelijk kunnen gebruiken als ze bij boeren over de vloer komen. Het gaat hier bijvoorbeeld om vragen als: welke opbrengst levert strokenteelt? Maar het gaat ook over wat voor investeringen nodig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van andere machinerie.
De behoefte aan nieuwe technologie
In een andere Living Lab activiteit houden we ons bezig met precies de vraag: Welke technologie is er nodig in de toekomst? Wanneer boeren in de toekomst gemengde teeltsystemen gebruiken, wat voor technologie hebben zij dan nodig? Tegelijkertijd hebben boeren die aan de slag gaan met gemengde teeltsystemen nu uitdagingen met hun machinepark, dat niet altijd functioneert binnen gemengde teeltsystemen.
Binnen deze activiteit zijn we begonnen met het concept beregening. Meerdere boeren ervaren uitdagingen op dit gebied, aangezien ieder gewas een andere beregeningsbehoefte heeft en bestaande machines niet gebouwd zijn op smalle stroken. Tijdens een werksessie met boeren, onderzoekers en studenten hebben we gebrainstormd. Hier zijn drie mogelijke opties uit ontstaan om de benodigde machinerie te ontwikkelen voor strokenteelt. Een groep mbo-studenten houdt zich momenteel bezig met het bouwen van zo’n machine.
Een volgende stap bestaat uit het meenemen van de behoefte van de toekomst. Welke spelers zijn er dan van belang? Welke netwerken moeten we vormen? Momenteel hebben we in ieder geval loonwerkers op het oog als belangrijke speler. Maar bovenal willen we weten: Hoe kan technologie het bedrijven van strokenteelt zo gemakkelijk mogelijk maken voor de boer en wat moeten we daarvoor ontwikkelen? Dit sluit ook aan op het onderzoek naar technologische gereedheid door een van onze PhD-kandidaten.
Hoe nu verder?
Tot nu toe hebben we twee van de living lab-activiteiten concreet gemaakt. Op dit moment zetten we nog meer activiteiten op, zoals:
- Het inzichtelijk krijgen van belemmerende RVO-instrumenten;
- Verdere ontwikkeling van de kennis rondom natuurlijke bestrijding en haar adoptie door boeren;
- Het opzetten van een korte keten naar cateraars;
- Het bouwen van een matrix om problematische combinaties tussen gewassen en gewasbeschermingsmiddelen (door drift) in het bouwplan te voorkomen.
Verder zetten we een structuur op waarbij studenten (mbo, hbo en universitair) kunnen werken aan vraagstukken die vanuit boeren en praktijkpartners opkomen in de Living Labs. Zo gaan we de komende tijd nog meer praktische vragen rondom gemengde teeltsystemen beantwoorden!