Het was een onstuimige dag terwijl storm Poly over het land trok. Met name de noordelijke provincies, waaronder Flevoland, hadden het zwaar te verduren en tijdens de ochtendspits werd code rood afgegeven. Hoewel we onze consortiumbijeenkomst op 5 juli daarop hebben afgezegd, waren veel van jullie al onderweg richting Lelystad. Zo waren we uiteindelijk met zo’n 50 personen bij elkaar bij WUR Open Teelten.
Na een korte introductie door Erik Poelman en Dirk van Apeldoorn kregen we een update uit werkpakket 1 (agro-ecologie). Verschillende PhD-studenten zijn gestart met metingen in de systeemexperimenten van Wageningen en Lelystad. Ook in het netwerk van strokenteeltakkerbouwers is het veldteam al volop aan het meten. Het veldteam liet zelfs al enkele eerste resultaten zien van de vogeltellingen. Hoewel dit nog geen wetenschappelijk bewijs is, laten de eerste tellingen zien dat er op de strokenteeltpercelen een grotere diversiteit aan soorten werd geteld én meer individuen, wat tot positieve reacties leidde in de zaal.
Vervolgens was het woord aan Argyris Kanellopoulos, die ons uitgebreid vertelde over de computermodellen die werkpakket 2 (socio-economie en technologie) wil gaan maken. Deze modellen kunnen boeren helpen om beslissingen te nemen en trade offs inzichtelijk maken. Ze kunnen uitrekenen wat het optimale punt is waarop je biodiversiteit en opbrengst tegen elkaar afweegt, maar ook laten zien wat er met je opbrengst gebeurt als je biodiversiteit maximaal vergroot en andersom.
Het grootste gedeelte van het programma stond in het teken van de living labs. PJ Beers presenteerde drie mogelijke beelden: een living lab dat draait om brede stroken, een met smalle stroken (1,5 tot 6 meter) en een “mix”, waar onder andere agroforestry en pixelfarming onder werden geschaard. Ieder van deze beelden heeft eigen kansen en bedreigingen. Voor een smalle strook kan machinerie bijvoorbeeld een uitdaging zijn, terwijl voor een brede strook waar met gewasbestrijdingsmiddelen wordt gespoten, een uitdaging biedt op het kruisbesmetten van naburige stroken.
De zaal verdeelde zich over de drie beelden en onder begeleiding van de leden van werkpakket 3 bespraken de groepjes of zij zich konden herkennen in de beelden en de bijbehorende kansen en bedreigingen. Vervolgens was de bedoeling om een lijst activiteiten te bedenken die zouden kunnen inspelen op die kansen en bedreigingen. Een soort short list met ideeën voor experimenten in de living labs dus.
Aan het einde van de ochtend werd duidelijk dat vooral het “mix stroken” beeld, nog veel onduidelijkheid opriep. Wat bedoelen we daar precies mee? En zijn agroforestry en pixelteelt wel te verenigen in één beeld of moeten we ze apart houden? En hebben we het eigenlijk niet gewoon over kortere ketens, boer dichter bij de consument? Ook bij de smalle stroken benoemde de groep dat een smalle strook niet samen hoeft te gaan met kortere ketens, maar dat je ook op smalle stroken een kleine diversiteit aan gewassen kan telen voor de langere ketens.
Het was een vruchtbare ochtend, ondanks dat een deel van ons helaas niet aanwezig kon zijn. Werkpakket 3 zal alle opgehaalde ideeën voor activiteiten op een rij zetten en verder uitwerken. Medio november maken we ze definitief en kunnen partners en onderzoekers zich intekenen, zodat de living labs begin 2024 van start kunnen gaan.